• date
    12 oktober 2016
  • tag
    Trends
picture alternative text
Op haar 30ste staat Karen Asprea aan het hoofd van een gereputeerde New Yorkse ontwerpstudio, Whitehall Interiors. Een dame met een duidelijke visie.

Hoe begint een architect aan een project? De New Yorkse binnenhuisarchitecte Karen Asprea heeft een heel eigen aanpak. “We schrijven eerst het verhaal van het gebouw dat we willen inrichten,” legt ze uit. “We stellen een profiel op van de mensen die er volgens ons zullen wonen of werken.” Het is een filosofie die Karen aanhangt sinds ze in 2009 bij Goldstein, Hill & West Architects het interieurgedeelte voor haar rekening mocht nemen. Die afdeling bloeide onder haar hoede helemaal open en staat sinds 2014 op eigen benen onder de noemer Whitehall Interiors NYC. “Het houdt op zakelijk vlak meer steek om die twee onderdelen gescheiden te houden,” stelt ze. “Je geeft elk departement een eigen identiteit, en bovendien krijg ik als ontwerper de kans om met andere architecten in zee te gaan. Op die manier kan ik mijn portfolio diversifiëren en blijf ik bijleren. Deze business evolueert voortdurend, en het is belangrijk om te observeren hoe andere mensen werken.”

Pictures section

picture alternative text

Het neemt niet weg dat Karen rotsvast gelooft in het uitgangspunt dat in een design de mens centraal moet staan, en bij uitbreiding de buurt waarin een gebouw zijn plaats zal vinden. Een recent project illustreert treffend wat ze daarmee bedoelt. Het gaat om een flatgebouw op 104th Street & Park Avenue, een buurt die technisch gezien East Harlem is. Historisch geniet de buurt geen geweldige reputatie maar de laatste jaren maakt ze een grondige gentrificatie door. “Het gebouw dat we onder handen genomen hebben, is een van de eerste van zijn soort,” vertelt Karen. “Het zal dus de hele buurt definiëren. Dat stelt ons voor een enorme verantwoordelijkheid. We vinden het namelijk heel belangrijk dat we ons aanpassen aan de omgeving, want het is de enige manier om op lange termijn relevant te blijven. Die werkwijze inspireert ons en helpt om een toegevoegde waarde te bieden aan de wijk. Wat je creëert, moet aantrekkelijk zijn voor de buurt, voor de mensen die er al wonen en voor de mensen die er zullen wonen.”

De aparte ambiance van Harlem bracht Karen op het idee om te werken met ruwe materialen. Een combinatie van bloot beton, onbewerkt walnoothout en cortenstaal weerspiegelt de ‘grit’ van de omgeving, maar op een verfijnde en elegante manier. Hout ligt Karen sowieso nauw aan het hart. “Ik kan me niet voorstellen dat ik ooit iets zal ontwerpen zonder hout,” bekent ze. “Als je een ruimte wil creëren waar mensen zich thuis voelen, moet je ervoor zorgen dat ze warmte uitstraalt, en geen enkel materiaal krijgt dat gevoel zo goed voor elkaar als hout. De variëteiten en mogelijkheden zijn eindeloos. Ik zeg altijd tegen vastgoedontwikkelaars dat ze hun geld op de grond moeten leggen, in de vorm van een mooie houten vloer. Dat zullen de mensen immers elke dag aanraken. Het is de plaats waar je voeling houdt met de natuur.”

Kwaliteitscontrole is ook essentieel. Als dochter van een aannemer begrijpt Karen alle aspecten van de bouwindustrie door en en door, en die drang naar gedetailleerd inzicht trekt ze door naar de manier waarop ze materialen kiest. Als ze naar Toscane moet vliegen om een marmergroeve te bezoeken, dan doet ze dat. “Designers zijn over het algemeen te weinig op de hoogte van wat zich achter de schermen afspeelt,” meent ze. “Ik heb het altijd heel verrijkend en verhelderend gevonden om te zien hoe leveranciers werken. Je begrijpt dan veel beter welke kwaliteiten het product heeft en wat de mogelijkheden zijn.”

Karen Asprea

Pictures section

picture alternative text
picture alternative text